Wat was de aanleiding van het wetenschappelijk onderzoek naar de Ziekte van Kawasaki?
• De beste korte-termijn zorg en de meest gunstige lange-termijn uitkomst van deze onbegrepen hart/vaatziekte.
• Een excellent centrum vormen voor de zekerheid dat de zorg maximaal ingezet en benut kan worden. Ons team in het AMC fungeert al voor langere tijd als zodanig en ook patiënten uit België komen af en toe naar ons centrum. Advies aan dokters binnen of buiten Europa geven wij ook enkele malen per jaar.
Wat is het doel van het wetenschappelijk onderzoek?
• Het doel is onder meer het vaststellen van de ernst en het beloop van de vaatziekte bij kinderen met de ziekte van Kawasaki, en het identificeren van aangrijpingspunten om lange-termijn vaatschade te verminderen.
• Een betere behandeling in de zowel de acute en chronische fase van de ziekte van Kawasaki. Daarmee beogen we minder hart- en vaatlijden bij jonge kinderen, minder overlijdens aan de ziekte en meer zekerheid voor een zo gezond mogelijke uitkomst van deze onbegrepen vaatziekte (Rare Disease).
• Verbetering van toegepaste beeldvorming (verbeterde richtlijn leidt tot betere zorg en toekomst, zowel nationaal als internationaal)
• Het verder ontwikkelen van een Kawasaki-specifieke biomarker test (zo’n bloedtest ontbreekt al sinds de eerste beschrijving van de ziekte en is absoluut gewenst: een bloedtest ipv klinische kenmerken voor de diagnose ontbreekt, maar zou helpen te voorkomen dat de ziekte gemist wordt, of veel te laat herkend!
• Starten van een alternatieve en mogelijk efficiëntere toepassing van medicatie die nu niet beschikbaar is voor deze doelgroep (Kanakinumab). Een deel van de kinderen (20%) met de acute ziekte van Kawasaki faalt op de huidige standaard therapie. Een alternatief zonder veel bijwerkingen is nodig.
Zoals altijd is verondersteld door ons en anderen, heeft de huidige SRS-CoV2 epidemie ons geleerd dat infecties de trigger kunnen zijn voor de ziekte van Kawasaki, in al haar klinische verschijningsvormen.
We zullen ook meer onderzoek wijden aan de antistof vorming tegen SARS-CoV2 zodra het vaccinatie programma in NL van start gaat (hetgeen verwachten wordt in de eerste helft van 2021 plaats te gaan vinden).
Welke aandachtspunten behelst het vervolgonderzoek?
1. Kawasaki disease in de huidige COVID19 epidemie. Er is veel nieuws geweest rond de huidige impact van SARS-CoV2 virus infectie en de ziekte van Kawasaki. We doen hier op dit moment ook veel onderzoek aan.
a. Deze aandoening kan zelfs tot intensive care opname leiden en het zogeheten KD shock syndrome (KSS) - waarvoor nu ook het woord Pediatric Inflammatory Multisystem Syndrome (PIMS) wordt gebezigd. Vóór SARS-CoV2 uitbrak, zagen we het KSS beeld ook, maar de frequentie waarmee we het de afgelopen tijd hebben gezien in NL lijkt hoger, en vooral in landen waar de COVID-19 veel meer slachtoffers heeft gemaakt (o.a. UK, USA). De gegevens die wijzelf van een 20-tal kinderen hebben verzameld in de afgelopen 4-5 maanden waarvan de helft bewezen SARS-CoV2 heeft doorgemaakt. Onze bevindingen over antistoffen, kliniek, cardiale verschijnselen, ontstekingsfactoren, etc worden verwerkt tot een publicatie. Het beloop bij deze kinderen lijkt goed te zijn, maar het is nog te vroeg om heel harde uitspraken te doen, zo kort na hun herstel.
b. De toekomst van SARS-CoV2 vaccinaties zal zodra kinderen gevaccineerd worden (o.a. voormalige kinderen met de ziekte van Kawasaki) vervolgd worden op de effectieve bescherming. We weten uit eerder studies dat de antistofrespons bij deze Kawasaki kinderen tegen de Bof-Mazelen-Rubella minder goed werkt, hoe zal dat met SARS-CoV2 vaccinaties gaan en blijven de antistoffen lang genoeg aanwezig om beschermd te zijn?​
2. De plaats en betekenis van MRI en low-dose CT angiografie in de ziekte van Kawasaki. Na onze eerste studie naar de waarde van de nieuwe ‘low-dose’ CT-scan (van Stijn, Eur Radiol. 2019) heeft inmiddels een eigen plek krijgen in ons Kawasaki follow-up programma. We hebben een vergelijking gemaakt tussen meer dan 50 kinderen die zowel een MRI zoals voorheen veel toegepast werd en de nieuwe state-of-the-art CT-scan met lage stralenbelasting (‘low-dose CT scan’) en hebben dat juist aangeboden aan een medisch blad ter beoordeling. MRI is niet zo goed om de structuur en de veranderingen aan de vaatwand van de kransslagaders weer te geven dan de CT-scan. Aan de andere kant blijkt de functie van de hartspier en eventuele littekens van het spierweefsel beter door de MRI te worden afgebeeld. Dus elke methode heeft zijn eigen plaats. Hiervoor zijn we een nieuwe richtlijn aan het opstellen om de beste manier van monitoring van kinderen met de ziekte van Kawasaki in beeld te hebben in het beloop van de ziekte. Onze voormalige richtlijn uit 2015 (Dietz et al., Insights Imaging. 2015 Dec;6(6):697-705) wordt veel gelezen, maar moet na 5 jaar dus herzien worden met de kennis van nu.
3. Een bloedtest voor de ziekte van Kawasaki. Ontwikkeling van een biomarker MRP8/14 als bruikbare bloedtest om de ziekte van Kawasaki te onderscheiden van een infectie is uitgebreid met een zogeheten validatie cohort uit Europa en een derde cohort van Kawasaki patiënten uit de USA (om onze eerste data uit Nederland te bevestigen) - hetgeen gelukkig nog altijd positief uitkomt. Het manuscript is recent geaccepteerd voor publicatie (Zandstra/Van de Geer/Van Stijn, et al., Frontiers in Pediatrics; 2020).
4. Start KAWAKINUMAB studie. De uiteindelijke versie van het protocol bij de METC geaccordeerd in December 2019. Dat was fantastisch nieuws! Met deze officiële instemming zijn we met de desbetreffende instanties zoals apotheek voor de studiemedicatie, veiligheidsmaatregelen, privacy (AVG) functionarissen en andere mensen bijna tot een start gekomen van deze nieuwe studie. De doorgang van de studie werd door de COVID-19 epidemie ‘on-hold’ gezet. Alle instanties stonden voor hetzelfde blok. Het AMC stelt ons nu weer in staat ook nieuwe studies zoals de onze op te starten. We zijn nu in de laatste fase. Een filmpje voor ouders met uitleg van de studie in 10 patiënten is gemaakt. De lokale centra voor directe verwijzing van kinderen met de ziekte van Kawasaki wordt gepland om deelname aan deze nieuwe KAWAKINUMAB studie mogelijk te maken. Na de zomer gaan we echt van start.
Welk resultaat wilt u halen?
De richtlijn (Dietz et al., Insights Imaging. 2015 Dec;6(6):697-705) zal komend jaar aangepast worden waarbij de low-dose CT scan een eigen plek zal hebben in het Kawasaki programma.
We weten inmiddels dat de CT-scan voordelen heeft boven de MRI en een vergelijkende studie met onze kinderen die beide beeldvorming heeft ondergaan zullen we voor het eind van het jaar indienen voor publicatie. Met deze studie hebben we dan de aanzet ook gegeven om op basis van ons eerdere werk deze state-of-the-art low-dose CT-scan te incorporeren in de vernieuwde richtlijn.
De MRI heeft ook voordelen voor functionele beeldvorming boven de CT-scan. Met deze beeldvorming kan beoordeeld worden hoe goed het hart knijpt, hoe in de verschillende gebieden van het hart de doorbloeding is (delayed enhancement), en hoe is de stroming of turbulentie van het bloed in de kransslagader. Met een nieuwe ‘feature’ van de MRI gaan we het komende jaar exploreren of er turbulentie in een verwijding (aneurysma) optreedt en zodanig effect heeft we ons zorgen om stolselvorming moeten maken (en risico op hartinfarct door mogelijke afsluiting door verstopping).
We blijven de komende jaren streven naar verbetering van de inzet van beeldvorming; verder ontwikkelen van onze Kawasaki-specifieke biomarker test; en het opstarten van een alternatieve en mogelijk even efficiënte toepassing van medicatie voor deze patiëntengroep in de KANAKINUMAB studie.
Ons team heeft een top-referente status waarbij zowel ouders en collega’s ons raadplegen.
