Tekst: Suzanne Huig
Foto's: Arjen Jan Stada
‘Ik draai soms letters of woorden om als ik praat, lees of schrijf. Ik zeg soms ook een ander woord dan dat ik wil zeggen. Ik word dan soms uitgelachen. Dat vind ik vreselijk. Ik heb dan het gevoel dat mensen mij raar of dom vinden. Ik vind het door mijn TOS ook lastig om met mensen om te gaan. Je kunt aan mij niet zien dat ik TOS heb. De meeste mensen houden daardoor geen rekening met mijn TOS. Sommige mensen maken mijn zinnen af als ik niet op een woord kan komen. Ik vind dat vervelend. Ik wil zelf zeggen wat ik wil zeggen. Ik vind het fijn als mensen mij de tijd geven om na te denken en rustig uit te praten. Ik leer daarvan’, zegt Zayd.
Zayd: ‘Ik zat tot 3 jaar geleden op een school waar ik me vaak boos of verdrietig voelde door mijn TOS. Ik kon bijvoorbeeld soms niet aan mijn juf uitleggen wat er was gebeurd doordat ik niet op de goede woorden kon komen. Ik wilde dan wel iets vertellen maar dat lukte niet. Mijn juf dacht dan dat ik boos was en gaf mij straf. Ik kon soms ook niet op de goede woorden komen in een gesprek met klasgenoten. Mijn klasgenoten zeiden dan: ‘Zeg het dan. Zeg het dan.’ Ik werd dan heel boos en verdrietig omdat het niet lukte om iets te zeggen.’
‘Ik zit nu op een speciale school waar ik extra oefen met taal. Ik lees bijvoorbeeld extra veel boeken. De leraren en kinderen op mijn school begrijpen mij. Ze laten mij rustig nadenken en geven mij de tijd om iets te zeggen. Ik voel me daardoor minder boos en verdrietig op school. Ik kan op school nog niet helemaal mezelf zijn. Ik durf soms een vraag van een leraar of leerling bijvoorbeeld niet te beantwoorden terwijl ik het antwoord wel weet. Ik ben dan bang dat ik niet de goede woorden of letters zeg. Ik zeg dan voor de zekerheid maar niets’, legt Zayd uit.
‘Ik voetbalde bij een voetbalvereniging. Ik ben daarmee gestopt door mijn TOS. Ik vond het moeilijk om met mijn teamgenoten en tegenstanders om te gaan omdat ik minder snel kan reageren op dingen. Sommige spelers werden bijvoorbeeld boos als ik een fout maakte of iets verkeerd zei. Ik vond dat lastig. Ik zoek nu manieren waarop ik toch kan voetballen want voetbal is mijn passie. Ik vraag soms bijvoorbeeld op straat aan buurtkinderen of ze met mij willen voetballen. Ik vraag dat alleen aan kinderen waarvan ik weet dat ze vriendelijk zijn. Ik voetbal soms ook met mijn neven’, vertelt Zayd.
Zayd: ‘Ik ga sinds ongeveer 6 maanden op maandagmiddag en dinsdagmiddag na schooltijd naar Kentalis. Kentalis helpt kinderen met TOS of andere problemen. Alle kinderen bij Kentalis werken aan hun eigen doel en spelen met elkaar. Mijn doel is om te leren om beter met anderen om te gaan. Ik heb al geleerd om te durven zeggen wat ik lastig vind of niet begrijp. Ik durf bijvoorbeeld te vragen of iemand iets rustig nog een keer wil herhalen als ik iets van een gesprek niet begrijp. Ik durfde dat eerst niet. Ik schaamde me dan. Ik heb ook al geleerd om het rustig te zeggen als ik iets niet fijn vind. Ik tel in mijn hoofd dan eerst tot 2. Ik adem daarna rustig in en uit. Ik zeg daarna wat ik niet fijn vind. Ik leer bij Kentalis echt mezelf zijn en zeggen hoe ik me voel. Ik vind dat heel fijn.’
Deel dit artikel: